Bevallen in de auto!
10 juni 2015
Goed voorbereid op pad!
‘Ik wil wel naar het ziekenhuis hoor!’, zegt mijn barende cliënte terwijl ze zacht puffend weer van haar rug naar haar zij draait. Ik kijk haar aan terwijl ik mijn handschoenen weer uit doe. Ze heeft inmiddels 4 centimeter ontsluiting en is er helemaal klaar voor om gelijk thuis te vertrekken. Haar spullen staan netjes gepakt naast de voordeur, de maxicosi staat al in de auto en zelfs een matje voor eventueel vruchtwater op de autostoel ligt al klaar. Het is duidelijk, ik heb vanavond te maken met een goed georganiseerde zwangere.
Binnen of buiten het ziekenhuis bevallen?
Er is een bevalkamer vrij in het ziekenhuis en dus zijn we snel op pad. Vijftien minuten na vertrek parkeer ik mijn auto en terwijl ik mijn deur open doe hoor ik een enorme kreet over het parkeerdek schallen. Het zal toch niet…
Ik ren de trap op en haast me naar hun auto. ‘Hij komt al, ik voel het hoofdje!’, kan ze nog net uitbrengen voordat de volgende wee alweer op komt zetten. De beveiliging kijkt wat verdwaasd en met argwaan naar het spektakel wat zich voor de deur van het ziekenhuis afspeelt. Ik vraag de bewaker om een bed van de spoedeisende hulp en handschoenen, bel tegelijkertijd de verloskamers of ze me alsjeblieft wat hulp kunnen komen bieden en ondertussen werp ik een snelle blik in de broek van mevrouw om te zien hoe hard alles vordert. Nog geen haren zichtbaar, dus ik probeer haar ervan te overtuigen om toch uit de auto te komen om in ieder geval binnen te baren in plaats van op de passagiersstoel van haar auto, drie meter vóór de ingang van de spoedeisende hulp.
Het hoofdje is al zichtbaar…
Aan mijn overtuigingskracht heeft ze echter geen boodschap want met geen mogelijkheid krijg ik haar nog uit de auto. De volgende wee komt alweer in alle kracht opzetten. Geen keuze, dan wordt het toch de autostoel. Ik doe haar broek uit en begrijp nu dat ze echt niet meer wilde verplaatsen. Een groot deel van het hoofdje is al zichtbaar, de vliezen zijn nog niet gebroken en het vruchtwater deint nog vrolijk heen en weer. Zo goed en zo kwaad als het gaat manoeuvreer ik het matje – lang leve de organiseerde zwangere! – in een soort glijbaan van de autostoel naar de buitengrond zodat hopelijk zo veel mogelijk vruchtwater netjes buiten de auto terecht komt.
Haar ene been staat tegen de autodeur, haar andere half opgetrokken in een verre van comfortabele houding. Ondertussen zijn mijn collega’s van de verloskamers naar beneden gesneld om me te voorzien van handschoenen en instrumenten. Ik zet haar man naast me neer zodat hij de geboorte van zijn kind nog enigszins kan aanschouwen, en instrueer mevrouw om bij de volgende wee weer rustig mee te persen.
Een hechtset ipv een bevalset…
Mijn collega’s brachten per ongeluk in alle haast een hechtset mee in plaats van een bevalset zodat een vliezenbreker even niet voorhanden is, en dus prik ik tijdens de volgende wee voorzichtig met mijn vingers de vliezen door. Het vruchtwater stroomt netjes zoals gepland via het matje naar buiten en zuchtend wordt tien seconden later een prachtig huilend meisje geboren.
Ik denk dat wij dan maar weer eens op huis aangaan!
Haar man loopt opgewonden heen en weer, klimt op handen en knieën de chauffeursstoel op om zijn vrouw een dikke zoen te geven en komt dan weer stralend naar onze kant van de auto waar wij net een beetje zijn bijgekomen van deze hectiek. ‘Nou, dat was het dan toch wel zo’n beetje hier?!’ zegt hij vol enthousiasme, ‘ik denk dat wij dan maar weer eens op huis aangaan!’ Een grote grijns breekt door op mijn gezicht.
Ik hou van mijn vak!!
Leonoor Vink
Verloskundige bij VKPH